Rond het Renaissance tijdperk (ca. 1300 – 1700 n.C.) kwam cosmetica weer in de mode. Vooral onder de Italiaanse en Franse adel. Bleke huid werd nog steeds als een teken van schoonheid beschouwd, en vrouwen gebruikten allerlei middelen om dit effect te bereiken, inclusief gevaarlijke stoffen zoals lood en kwik. Wangen en lippen werden vaak geaccentueerd met plantaardige kleurstoffen. De hernieuwde interesse in wetenschap en kunst leidde tot een heropleving van chirurgische technieken. Italiaanse artsen, zoals Gaspare Tagliacozzi, experimenteerden met chirurgische procedures om gezichtsdefecten te corrigeren, zoals het herstellen van een verminkte neus. Tagliacozzi publiceerde een werk over reconstructieve chirurgie, wat een van de eerste gedetailleerde verhandelingen was over plastische chirurgie.
In de periode van het Victoriaanse tijdperk (1800 – 1950) werd make-up meestal in het geheim gebruikt, omdat het publiekelijk dragen ervan werd beschouwd als onfatsoenlijk. Natuurlijke schoonheid werd geprezen, maar vrouwen bleven poeders en crèmes gebruiken om hun teint te verbeteren. Hiernaast werden door ontwikkeling van anesthesie en antiseptische technieken, ingewikkeldere operaties mogelijk gemaakt. De Britse chirurg Joseph Carpue voerde in 1814 een succesvolle reconstructie van de neus uit, wat wordt beschouwd als een mijlpaal in de moderne plastische chirurgie. Tijdens deze periode werd ook een toename gezien in reconstructieve ingrepen voor patiënten met trauma’s en geboorteafwijkingen.
In het begin van de 20e eeuw, rond de eerste en de tweede wereldoorlog, had de opkomst van de filmindustrie een grote invloed op de populariteit van make-up. Merken zoals Max Factor en Maybelline werden opgericht en maakten cosmetica toegankelijker voor het grote publiek. De wereldoorlogen waren een keerpunt voor de plastische chirurgie. Veel soldaten keerden terug met ernstige gezichts- en lichaamsverwondingen, wat leidde tot de noodzaak van reconstructieve chirurgie. Chirurgen zoals Sir Harold Gillies, bekend als de vader van de moderne plastische chirurgie, en zijn neef Archibald McIndoe, pionierden technieken voor de reconstructie van gezichten en ledematen. Dit legde de basis voor zowel reconstructieve als cosmetische chirurgie.